English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word repeated

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
repeated
ripetita
(restate; say again);
(remake; renew)
(reenact; reiterate); ;
🔗 I hope that your visit will often be repeated.
(repetition)
; ;
🔗 US troops in Iraq and Syria have also repeatedly come under rocket and drone attacks from Tehran’s proxies.

EnglishDutch
repeated herhaald
repeat bis; doubleren; herhalen; herhaling; herhalingsteken; herkauwen; heruitzending; nabestelling; nadoen; napraten; naspreken; navertellen; nazeggen; opbreken; oprispen; opzeggen; overbrengen; overbrieven; overdoen; oververtellen; repeteren; repeterend zijn; reprise; verder vertellen
repeatedly bij herhaling; herhaalde malen; herhaaldelijk; meermaals; meermalen; menigmaal