English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word school building

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(construction)
(construction);
🔗 Winds of 70 miles per hour will uproot trees, which can block roads and crush cars or buildings.
(construction; structure);
(construction)
🔗 Tom reached school ahead of time.
(scholastic)
lerneja

EnglishDutch
school building schoolgebouw
building aanbouw; bouw; bouwwerk; gebouw
school de les lezen; dresseren; faculteit; hogeschool; leerschool; leervertrek; oefenen; onderwijzen; richting; scholen; scholen vormen; school; schoolgebouw; schoollokaal; schooltijd; vermanen