English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word scrolls and flourishes

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
flourish
(fanfare; band)
(be succesful; prosper; thrive); ; ;
🔗 Conspiracy theories flourish all over the world but in some countries they appear to be more popular than in others.
flourish
(initials)
(wag; wave; waggle)
🔗 He set them down with a triumphant flourish.
scroll
(roll; drum; roller)
scroll
(cartouche)

EnglishDutch
scrolls and flourishes tierelantijntjes
flourish bloeien; fanfare; floreren; gedijen; geschetter; in zijn boeitijd zijn; krul; pronken met; tierelantijntje; tieren; tierlantijntje; trompetgeschal; versiering; zwaai; zwaaien met; zwierige wending
scroll boekrol; krul; lijst; rol; scrollen; volute; ómkrullen