English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word seedcake
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(brick; piece; ingot; pig; briquette; bar) | ||
(semen) | ||
🔗 Some of the largest seeds come from trees, but the largest tree, Sequoiadendron giganteum, produces one of the smallest tree seeds. | ||
(sperm; cum; semen; spunk; jissom; jizz) | ||
(sow) |
English | Dutch |
---|---|
seedcake | ⇆ kruidkoek |
cake | ⇆ aankoeken; ⇆ doen aankoeken; ⇆ doen koeken; ⇆ gebak; ⇆ koek; ⇆ koeken; ⇆ patisserie; ⇆ stuk; ⇆ taart |
seed | ⇆ bezaaien; ⇆ de pitten halen uit; ⇆ het zaad halen uit; ⇆ in het zaad schieten; ⇆ kiem; ⇆ nakomelingschap; ⇆ pit; ⇆ plaatsen; ⇆ selecteren; ⇆ zaad; ⇆ zaadje; ⇆ zaaien |