English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word sluice‐gate

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
sluice‐gate
(lock; sluice)
sas
;
sassluis
;
schutsluis
; ;
spui
gate
gate
(gangway; passage; passageway; walkway)
; ;
(gateway; portal)
🔗 She squeezed through, shut the gate and descended the winding path past the fane and into the garden.
sluice
(lock; sluice‐gate)
;
spui

EnglishDutch
sluice‐gate sluisdeur
gate betalend publiek; deur; entreegeld; hek; ingang; poort; recette; slagboom; sluisdeur; sluitboom; uitgang; van poorten voorzien
sluice afspoelen; doen uitstromen; doorspoelen; sluis; sluiswater; spoelen; spui; spuien; spuisluis; uitspoelen