English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word sound the rally
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(recruit; attract; enlist; enrol; canvass) | ; | |
(gather; assemble; collect) | ||
🔗 Thousands of Venezuelans are rallying for a second day Thursday against president Nicolas Maduro’s régime as it prepares for a national vote next week. | ||
(meeting; political meeting; mass meeting) | ||
🔗 At least 44 people have been killed in an explosion in Pakistan during a rally organized by an Islamist party. | ||
(strike; resound) | ||
🔗 Presently a step sounded behind him. | ||
(noise) | ; | |
🔗 This time the horse made no sound at all. | ||
(right; true; correct; valid) | ; gelijk hebbend ; ; ; | |
(prudent; reasonable; sensible; far‐sighted; judicious; wise) | ||
(peal; ring; clang; toll) | ; | |
(deeply; profoundly; fast) | ||
(prime; quality) | ||
🔗 The cloak itself was sound enough. | ||
; ; ; werplood ; zinklood | ||
(plumb; sound out) | ; | |
(solid) | ; ; | |
🔗 The Ukrainian defence of Bachmut remains strategically sound as it continues to consume Russian manpower and equipment as long as Ukrainian forces do not suffer excessive casualties. |
English | Dutch |
---|---|
sound the rally | ⇆ verzamelen blazen |
rally | ⇆ bijeenkomst; ⇆ er weer bovenop komen; ⇆ herenigen; ⇆ hereniging; ⇆ herstel; ⇆ op krachten komen; ⇆ plagen; ⇆ rally; ⇆ reünie; ⇆ signaal tot verzamelen; ⇆ toogdag; ⇆ verenigen; ⇆ verzamelen; ⇆ verzameling; ⇆ weer op krachten komen; ⇆ weer verzamelen; ⇆ zich aaneensluiten; ⇆ zich herstellen; ⇆ zich verenigen; ⇆ zich verzamelen; ⇆ zich weer verzamelen |
sound | ⇆ ausculteren; ⇆ bekloppen; ⇆ betrouwbaar; ⇆ blazen op; ⇆ degelijk; ⇆ deugdelijk; ⇆ doen; ⇆ doen klinken; ⇆ doen weerklinken; ⇆ doortimmerd; ⇆ ernstig; ⇆ fiks; ⇆ flink; ⇆ gaaf; ⇆ galm; ⇆ galmen; ⇆ gedegen; ⇆ geluid; ⇆ geschal; ⇆ gezond; ⇆ goed; ⇆ grondig; ⇆ klank; ⇆ klinken; ⇆ kloppen op; ⇆ krachtig; ⇆ laten horen; ⇆ laten klinken; ⇆ laten schallen; ⇆ lijken; ⇆ loden; ⇆ luiden; ⇆ naar beneden duiken; ⇆ onbedorven; ⇆ onderzoeken; ⇆ peilen; ⇆ polsen; ⇆ reëel; ⇆ schallen; ⇆ solide; ⇆ solied; ⇆ sonde; ⇆ sonderen; ⇆ steekhoudend; ⇆ sterk; ⇆ toon; ⇆ uitbazuinen; ⇆ uithoren; ⇆ uitspreken; ⇆ vast; ⇆ verantwoord; ⇆ weerklinken; ⇆ zeeëngte; ⇆ zwemblaas |