English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word steward

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(agent; intendant; reeve)
(attendant)
(bailiff; economist)
(waiter)
🔗 A steward approached with a tray.
stewardship
administra ofico

EnglishDutch
steward administrateur; beheerder; bottelier; commissaris; commissaris van orde; hofmeester; kelner; rentmeester; steward
land‐steward rentmeester
shop‐steward <vertegenwoordiger van de werknemers van een bedrijf>
stewardship beheer; rentmeesterschap