English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word storm‐signal

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
signal	seinen	signali
🔗 Mieltrude signaled but he failed to notice.
signal (mark; token)	sein ; signaal	signalo
signal	signaal	signalo
storm (assault; charge; rush)	bestormen ; stormen	sturmi
storm (tempest; gale)	storm	ŝtormo
🔗 The storms were not as deadly in Alabama this time.
storm	onweer	fulmotondro
storm (be infuriated; rage; rave; inveigh; go on a rampage)	razen ; uitvaren ; tekeergaan	furiozi

English	Dutch
storm‐signal	⇆ stormsein
signal	⇆ aankondigen; ⇆ door een wenk te kennen geven; ⇆ eclatant; ⇆ groot; ⇆ het sein geven; ⇆ melden; ⇆ schitterend; ⇆ sein; ⇆ seinen; ⇆ seintje; ⇆ signaal; ⇆ teken; ⇆ uitstékend; ⇆ voortreffelijk
storm	⇆ aanstormen op; ⇆ bestormen; ⇆ bestorming; ⇆ bulderen; ⇆ losstormen op; ⇆ onweer; ⇆ onweersbui; ⇆ razen; ⇆ regenbui; ⇆ storm; ⇆ stormen; ⇆ stormlopen; ⇆ tekeergaan; ⇆ uitbarsting; ⇆ uitvaren; ⇆ woeden