English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word straighten

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
rektigi
🔗 He straightened his back and hurried behind the counter of his little alcove.
in de houding gaan staan
;
🔗 Nai the Hever straightened in his seat.
🔗 Only fast grown, straight and knot free ash can be used for this purpose.
(directly; straight ahead; square; direct); ; ; ; ;
🔗 Thor’s lips perceptibly tightened as he looked straight at the young thief.
(heterosexual)

EnglishDutch
straighten in orde maken; ontkroezen; rechtmaken; recht maken; recht trekken; recht worden; rechtzetten
straighten one’s back zich de rug rechten
straighten out ontwarren; recht maken; recht trekken; rechtmaken; weer in orde brengen
straighten up aan kant doen; opredderen; opveren; wat opknappen; zich oprichten
straight betrouwbaar; clean; direct; eerlijk; fatsoenlijk; glad; hetero; heteroseksueel; in orde; lijnrecht; linea recta; op orde; openhartig; puur; recht; recht door zee gaand; rechte eind; rechtop; rechtstreeks; rechtuit; regelrecht; rond; ronduit; serieus