English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word stroke

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(apoplectic fit; fit; seizure; stroke of apoplexy; apoplexy)
(caress; chuck; fondle; snog; soothe; pet);
(caress; chuck)
(streak; dash);
schrap
; ;
(diagonal; separatrix; slash; solidus; virgule)
(turn; revolution; rotation; swirl; vortex; wriggle; whirl); ; ; ;
wieling
;
zwenk
;
zwenking
(turn; revolution)
(blow; hit; strike; whack; jab; lash)
(knock; blow; hit; smack; strike; poke)
(movement; move; motion; shift)
zwemslag
(blow of a hammer; hammer blow)
stroke of apoplexy
(apoplectic fit; fit; seizure; stroke; apoplexy)
(sunstroke)
🔗 Last week‐end, a Russian construction worker was found dead, possibly from heat‐stroke.
sunstroke
(heat‐stroke)

EnglishDutch
stroke aai; aaien; aanval; beroerte; gladstrijken; haal; schrap; schuine streep; slag; slagroeier; stoot; streek; streep; strelen; streling; strijken; trek
a good stroke of business een goede slag
at a stroke met één slag
at one stroke met één slag
be off one’s stroke de kluts kwijt zijn; in de war zijn
be off their stroke van slag zijn
do a good stroke of business een goede slag slaan
hammer stroke hamerslag
have a stroke een beroerte krijgen
he has not done a stroke of work hij heeft geen klap uitgevoerd
keep stroke slag houden
on the stroke of … klokke …; klokslag …
on the stroke of six klokke zes; op slag van zessen
penalty stroke strafbal
stroke of apoplexy beroerte
stroke of diplomacy fraai staalje diplomatie
stroke of genius geniaal idee; trouvaille
stroke of lightning blikseminslag
stroke of luck bof; buitenkansje; opsteker; treffer
backstroke rugslag; terugslag
breaststroke borstslag; schoolslag
crawl‐stroke crawl; crawlslag
downstroke neerhaal
heat‐stroke bevangen worden door de hitte; zonnesteek
master‐stroke meesterlijke zet
piston‐stroke zuigerslag
stroking streling
sunstroke zonnesteek
two‐stroke tweetakt‐
upstroke ophaal