English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word suit the action to the word

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(activity; practice); ;
(act; deed; move; step); ; ;
🔗 He hoped a trade war could be avoided but warned that Mr. Trump’s action demonstrated the president was “not willing to stick to the rules”.
(accomplishment; act; deed; measure); ; ;
(battle; scuffle; fight; clash; combat; fray; engagement)
🔗 One document also estimated that between 35,000 and 43,000 Russian forces have been killed in action during the conflict.
(operation)
(hearing; suit; trial; court case);
(effect; impact)
werking
(functionality; operation; performance; workings)
werking
(activity); ;
(outfit; set; complement)
(be appropriate; be suitable; comply; fit)
gelegen komen
; ; ; ;
(costume; outfit; dress);
(be suitable; fit; be of use; serve; do);
geschikt zijn
(charge; claim; demand);
vordering
(action; hearing; trial; court case)
(fit; make … look)
aspektigi
(clothe; dress; fit; array; attire)
vesti
(emblem; logo; symbol);
zinnebeeld
🔗 Words are divided into various classes.
(formulate)
(edit; draw up; draught); ; ; ;
(articulate)
🔗 It is impossible to find words that could describe the level of cruelty and cynicism with which the Russian occupiers are destroying the civilian population of the Ukrainian city by the sea.
🔗 Suldrun’s mouth moved, but no words came.

EnglishDutch
suit the action to the word de daad bij het woord voegen
action actie; bedrijf; daad; geding; gevecht; handeling; inwerking; mechaniek; optreden; procedure; proces; rechtsvordering; rechtszaak; verrichting; werking
suit aanpassen; aanzoek; bekomen; conveniëren; deux‐pièces; gelegen komen; geschikt zijn voor; goed bekomen; kleur; kostuum; liggen; mantelpak; pak; passen; pleit; proces; rechtsgeding; schikken; staan; stel; uitkomen; verzoek; verzoekschrift; voegen
word formuleren; krabbeltje; parool; wachtwoord; woord