English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word tearing

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
tear (tear apart; tear to shreds)	doorscheuren ; verscheuren	disŝiri
🔗 Egwene, running by with her arms full of bedsheets torn into bandages, looked at them without slowing.
tear	inscheuren	fari ŝiron en
tear (rip)	rijten ; scheuren	ŝiri
tear	scheuren ; uitscheuren	ŝiriĝi
🔗 Unlike the sheep’s gut condoms, they could stretch and did not tear quickly when used.

English	Dutch
tearing	⇆ heftig; ⇆ razend; ⇆ scheuren; ⇆ scheurend
a sound of tearing	⇆ een scheurend geluid
be in a tearing hurry	⇆ verschrikkelijke haast hebben
tearing along	⇆ met een noodgang; ⇆ met een noodvaart
tearing pace	⇆ razende vaart
tear	⇆ doorscheuren; ⇆ inscheuren; ⇆ jagen; ⇆ jakkeren; ⇆ openrijten; ⇆ raggen; ⇆ razen; ⇆ rijten; ⇆ rukken aan; ⇆ scheur; ⇆ scheuren; ⇆ sjezen; ⇆ stormen; ⇆ stukscheuren; ⇆ tieren; ⇆ traan; ⇆ trekken aan; ⇆ uiteenrukken; ⇆ uitrukken; ⇆ uitscheuren; ⇆ verscheuren; ⇆ vliegen; ⇆ wegrukken