English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word the bare truth

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(naked; nude; stark); ;
(bald)
(empty; void; hollow); ; ;
(strip; lay bare)
nudigi
(mere; solitary; single; only)
(reveal; avow; disclose; divulge; uncover; lay bare); ;
(reveal; lay bare); ;
;
(barren; desert; desolate; dreary; gaunt; stark)
waarachtigheid
;
🔗 What they tell you is the truth.
(rightness; soundness; validity)
(truism)

EnglishDutch
the bare truth de naakte waarheid
bare alleen al; bloot; blootleggen; gering; haarloos; kaal; klein; naakt; onbedekt; ongedekt; ontbloot; ontbloten; ontdekken
truth echtheid; juistheid; oprechtheid; waarachtigheid; waarheid