English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word touch one’s cap
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bonnet; coif) | ; | |
(beret; cover; toque) | ; ; | |
(kepi) | ||
(capital letter; uppercase; uppercase letter) | ; ; | |
(firing‐cap) | ||
(exceed; surpass; beat; defeat; excel; outclass; outscore; outshine; get the best of; get the better of; outmatch) | ||
(detonator; percussion cap) | slaghoedje | |
(affect; abut; abut on) | ; ; | |
🔗 Now I will touch you. | ||
(feel; grope; finger) | ||
🔗 She touched a lock. | ||
(feeling) | ||
(fuse; wick) | ; ; ; | |
(touch upon) | ekmencii | |
(contact) | ; | |
🔗 But rather than mark the start of a new epochal conflict, the speech instead laid bare the extent to which the Russian president has lost touch with reality. |
English | Dutch |
---|---|
touch one’s cap | ⇆ aan zijn pet tikken; ⇆ groeten; ⇆ salueren |
cap | ⇆ aftoppen; ⇆ baret; ⇆ dop; ⇆ dopje; ⇆ een graad verlenen; ⇆ een muts opzetten; ⇆ kap; ⇆ klak; ⇆ klappertje; ⇆ met een nog sterker verhaal uit de bus komen; ⇆ muts; ⇆ overtreffen; ⇆ pakpapier; ⇆ pet; ⇆ petje; ⇆ slaghoedje; ⇆ van een dopje voorzien |
touch | ⇆ aandoen; ⇆ aangaan; ⇆ aankomen; ⇆ aanraken; ⇆ aanraking; ⇆ aanroeren; ⇆ aanslaan; ⇆ aanslag; ⇆ aanstippen; ⇆ aantasten; ⇆ bespelen; ⇆ betreffen; ⇆ cachet; ⇆ contact; ⇆ deren; ⇆ een gevoelige snaar aanraken bij; ⇆ elkaar aanraken; ⇆ elkaar raken; ⇆ gevoel; ⇆ het halen bij; ⇆ in de wacht slepen; ⇆ karaktertrek; ⇆ komen aan; ⇆ lichte aanval; ⇆ pietsje; ⇆ raken; ⇆ raken aan; ⇆ roeren; ⇆ spelen; ⇆ streek; ⇆ tasten; ⇆ tastzin; ⇆ tik; ⇆ tikje; ⇆ tikkeltje; ⇆ tikken; ⇆ tippen aan; ⇆ toets; ⇆ tokkelen; ⇆ toucheren; ⇆ treffen; ⇆ trek; ⇆ trekje; ⇆ uitwerking hebben op; ⇆ vleugje; ⇆ voeling; ⇆ zweempje |