English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word unbecoming

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
becoming
(appropriate; seemly; suitable; expedient; proper; applicable; meet; befitting)		;
becoming
(decent; fitting; proper; suitable; appropriate; seemly; befitting; decorous)		; ;
voegzaam
becoming
(attractive; alluring; persuasive; winsome)		; ;
alloga
becoming
(beautiful; fine; handsome; lovely; fair; pretty; comely)		; ; ;

EnglishDutch
unbecoming⇆ geen pas gevend; ⇆ niet goed staand; ⇆ niet mooi; ⇆ onbetamelijk; ⇆ ongepast; ⇆ ongevoeglijk
unbecoming to⇆ onbetamelijk voor; ⇆ ongepast voor
becoming⇆ betamelijk; ⇆ flatteus; ⇆ gepast; ⇆ netjes; ⇆ voegzaam
unbecomingly⇆ onbetamelijk
unbecomingness⇆ onbetamelijkheid