English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word unfold one’s plans

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(intention; intent);
toeleg
🔗 What are your plans?
(slate; schedule);
(design; diagram; plane; ground‐plan; scheme);
🔗 You came in here and you didn’t have a plan for getting out?
(contemplate; design; project);
projekti
(scheme; design);
🔗 Baldrick, it’s a brilliant plan.
(sketch; outline; adumbrate)
skizi
(intend; mean; propose; plan on)
🔗 That is evidenly what they are planning on doing.
(design; outline; sketch; storyboard; draught);
🔗 Here is a rough plan of our position.
(floor plan)
unfold
(unroll; unwrap)
unfold
(develop; unroll; unwrap; open out)
disvolviĝi
unfold
(unroll; unfurl)
malvolvi

EnglishDutch
unfold one’s plans zijn plannen ontvouwen
plan beramen; bouwplan; een plan maken van; inrichten; ontwerp; ontwerpen; ordenen; plan; plannen; plattegrond; schets; toeleg; tracé; van plan zijn; voorzien
unfold onthullen; ontplooien; ontrollen; ontvouwen; openbaren; openen; opengaan; openvouwen; uitlaten; uitslaan; uitspreiden; uitwaaieren; zich ontplooien; zich ontrollen; zich ontvouwen; zich uitspreiden