English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word up to date

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(current; present‐day; present; topical; contemporary);
;
; ;
🔗 It is also used in dates.
(appointment; rendez‐vous)
(date‐palm)

EnglishDutch
up to date bij; modern; op de hoogte
up‐to‐date bij; bijdetijds; modern; op de hoogte
date afspraak; afspraakje; dadel; dadelpalm; dagtekenen; dagtekening; dateren; datering; datum; de oudersdom vaststellen; duur; een afspraakje hebben met; een afspraakje maken; ingaan; jaartal; knul; leeftijd; meisje; stammen; uitgaan; uitgaan met; verouderen; vriendinnetje; vriendje