English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word wager

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(bet; stake)
(bet)
🔗 Would you care to make a small wager about that?
(stake; bet on; bank on)
wedden om
veti je

EnglishDutch
wager op het spel zetten; verwedden; wedden; wedden om; weddenschap
lay a wager een weddenschap aangaan; wedden
make a wager een weddenschap aangaan; wedden