English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word wear down

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
wear down
(wear off; wear out; grind down)
;
🔗 Why did he wear the hood?
(go about; tack)
bij de wind draaien
;
overstag gaan
taki
(continue; endure; keep on; last; persist; go on); ; ; ; ;
slijtage
(carry)
🔗 Did you think they wore signs?

EnglishDutch
wear down aflopen; afmatten; afslijten; inslijten; overwinnen; uitputten; verslijten
wear aanhebben; afmatten; afslijten; degelijkheid; dracht; dragen; gebruik; goed; houdbaarheid; kleding; kleren; lang vallen; slijtage; slijten; uitsluiten; vermoeien; verslijten; vertonen; voorbijgaan; voorhebben; zich houden; zich laten dragen