English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word whirling

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(curl; froth; stir; whip; beat; whisk); ;
(whirring; whizz; whizzing); ; ;
(turn; turn around; turn round; revolve)
(swirl; eddy); ; ;
(turn; revolution; rotation; stroke; swirl; vortex; wriggle); ; ; ;
wieling
;
zwenk
;
zwenking
(turn around; turn back; turn round; turn; recourse; resort; wheel; apply); ; ; ; ;
🔗 The white‐haired man whirled, cloak flaring.
(brandish; swing; wave; wave about; beat; wag; wield); ;

EnglishDutch
whirling dwarreling; gedwarrel; gewarrel; warreling
whirl doen draaien; doen dwarrelen; doen snorren; doen warrelen; draaien; drukte; duizelen; dwarrelen; dwarreling; gedwarrel; gewarrel; haasten; kolken; maalstroom; snel ronddraaien; snorren; stuiven; tollen; verwarring; vliegen; warrelen; warreling; wervelen