Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais sluitboom
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
arbre | ||
🔗 Bomen of banken stonden er niet. | ||
(baar; paal; schacht; schaft; spijl; staaf; stang) | barre ; barreau ; bâton ; gaule ; perche | |
🔗 Hij zag de rood‐witte bomen al. | ||
(dichtdoen; dichtmaken; toedoen) | fermer | |
🔗 Is de deur goed gesloten? | ||
(afsluiten; op slot doen; dichtsluiten) | fermer ; fermer à clé | |
🔗 Daarom liep hij zwijgend naar de deur, sloot die en stak de sleutel in zijn zak. | ||
(insluiten; opsluiten; wegsluiten) | serrer | |
🔗 Waarom heb je die arme vogel in een kooi gesloten? |
Traduction par des troisièmes parties:
- Flèche de fermeture (Bing)
Le mot sluitboom n’a pu être traduit par nous dans la langue demandée.