Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes houden
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
(bevatten; inhouden) | einschließen ; enthalten | enteni |
hervorrufen | ||
🔗 Putin houdt dinsdag een toespraak op het Rode Plein in Moskou. | ||
(bijhouden; vasthouden; voeren; huldigen) | ; aufhalten ; verhalten | |
🔗 Hij maakte de hond los en hield hem aan de lijn naast zich. | ||
(gadeslaan; in acht nemen; observeren; waarnemen) | beaufsichtigen ; ; betrachten ; ; ; zusehen | |
🔗 Kan iemand God kennen en zijn geboden niet houden? | ||
(doorbijten; doorzetten; het uithouden; voet bij stuk houden; volharden; volhouden) | ausdauern ; aushalten ; beharren ; ; verharren | |
🔗 De dijken hadden het niet gehouden. | ||
(mogen) | ein wenig lieben ; gern haben | |
🔗 Ik houd van dichters, weet u? | ||
(beminnen; liefhebben; lieven) | gern haben ; ; | |
🔗 Ik houd van je, Dave. | ||
(geven om; hechten aan) | ; ; ; wertschätzen ; würdigen | |
🔗 Daar hielden ze van. | ||
; aufpassen ; ; zusehen ; ; Obacht geben ; Obacht geben auf ; beherzigen | ||
🔗 Ik geloof dat ik in de gaten word gehouden. | ||
(aanhouden; keren; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tegenhouden; tot staan brengen) | ; sperren ; zum Stehen bringen ; aufhalten | |
🔗 Met deze woorden begaf hij zich naar de gang en hield de juist passerende bediende staande. | ||
(resideren) | weilen ; verweilen | restadi |
🔗 De oude Yara houdt verblijf in de bovenste vertrekken. | ||
befolgen ; handeln nach ; | ||
🔗 Aangezien Van der Laan zich moet houden aan nationale en Europese regels, heeft hij volgens de rechtbank juist gehandeld. | ||
(naleven; vervullen; nakomen) | ||
🔗 Hij moet zich aan zijn belofte houden. | ||
(blijven; toeven; verblijven) | ; übrigbleiben ; ; | |
🔗 Er hield zich in die streken een draak op. | ||
zich stilhouden (zwijgen) | ||
🔗 Ten eerste dient u verder uw mond te houden. | ||
(arresteren; oppakken; in hechtenis nemen) | ; verhaften ; arrestieren | |
🔗 Hij werd al op 14 april aangehouden. | ||
(duren; standhouden; voortduren) | ; währen ; sich hinziehen | |
(keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tegenhouden; tot staan brengen) | ; sperren ; zum Stehen bringen ; aufhalten | |
🔗 Biggles hield een taxi aan en ging terug naar zijn kantoor in Scotland Yard. | ||
(uitstellen) | aufschieben ; fristen ; stunden ; vertagen ; verzögern | |
(verzwijgen) | verschweigen | |
(onthouden) | ; aufhalten ; enthalten ; zurückhalten | |
alkoholhaltig | ||
(alcoholisch) | ; Alkohol‐ ; Spiritus‐ | |
(bewaren; overhouden; in stand houden) | aufbewahren ; ; ; ; konservieren ; bewahren ; aufheben ; | |
(redden) | ; erlösen ; erretten | |
(houden) | ; aufhalten ; verhalten | |
(volgen) | ||
🔗 Sinds het KNMI het weer ging bijhouden, in 1901, was het 24 keer eerder zo vroeg zo warm. | ||
verheimlichen | sekretigi | |
🔗 Het hier beschreven avontuur is tot nu toe om twee redenen geheimgehouden. | ||
goldhaltig | orhava | |
(verdedigbaar) | zu verteidigen ; zu verteidigend ; zu halten | |
(huishouden) | ||
eisenhaltig | ||
🔗 Het is ijzerhoudend water! | ||
(blijven staan; blijven stilstaan; halt houden; stilhouden; stilstaan; stoppen; halt maken) | ; ; Halt machen ; ; ; innehalten ; stehenbleiben | |
🔗 Toen hij inhield om te luisteren, hoorde hij niets. | ||
(aftrekken) | ; | |
(behelzen; bevatten) | enthalten ; beinhalten | |
🔗 Er woei een bittere oostelijke wind die de dreiging van de invallende winter inhield. | ||
(bevatten; houden) | einschließen ; enthalten | enteni |
🔗 Daarop bood Visbhume hem een kistje te koop aan, inhoudende diverse voorwerpen die hij uit het huis van Hippolito had meegenomen. | ||
(terughouden) | zurückhalten | |
lufthaltig ; Luft enhaltend | ||
stemmen ; unterhalten ; unterstützen | ||
(amuseren; vermaken) | ; belustigen ; ergötzen ; unterhalten ; vergnügen | |
unterhalten | vivteni | |
🔗 Thralk had dat leven nodig, om het lichaam dat hij bewoonde te onderhouden en om zijn geest te versterken die dreigde terug te glijden naar het Rijk van de Dood. | ||
(doorgaan met) | ; fortführen ; fortsetzen ; weiterführen | |
🔗 U onderhoudt hier een busdienst, nietwaar? | ||
(afhouden; onttrekken) | ; aufhalten ; enthalten ; zurückhalten | |
🔗 Ik zal het onthouden! | ||
(reserveren) | reservieren ; vorbehalten ; zurückbehalten | |
(uitsteken) | ausbreiten ; ausrecken ; strecken ; ausstrecken ; erstrecken ; aufspannen ; ausspannen ; auslegen ; auswerfen ; recken | |
(aflopen; eindigen) | enden ; endigen ; ; zu Ende gehen ; ein Ende nehmen ; ; | |
🔗 En daar hield ook de kennis van Thomas op. | ||
(aflaten; stoppen; uitscheiden; uitscheiden met; afbreken) | ; | |
🔗 Het geluid hield op. | ||
sich verspäten ; Verspätung haben ; nachgehen | ||
🔗 Hij kan door een heleboel dingen zijn opgehouden. | ||
(behouden; bewaren) | aufbewahren ; ; ; ; konservieren ; bewahren ; aufheben ; | |
(aanhouden; duren; voortduren) | ; währen ; sich hinziehen | |
(koolhoudend) | ||
🔗 De wand bestond uit steenkoolhoudende leisteen. | ||
(inhouden; blijven staan; blijven stilstaan; halt houden; stilstaan; stoppen; halt maken) | ; ; Halt machen ; ; ; innehalten ; stehenbleiben | |
🔗 Eenmaal hielden ze stil en zwegen. | ||
verschweigen | ||
🔗 Als ik kon, zou ik het liever stilhouden. | ||
(aanhouden; keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tot staan brengen) | ; sperren ; zum Stehen bringen ; aufhalten | |
🔗 Houd ze tegen! | ||
(detineren; inhouden) | zurückhalten | |
🔗 Hij wendde zich om, maar een uitroep van de grijsaard hield hem terug. | ||
(doorstaan; dulden; uitstaan; verdragen; volhouden) | aushalten ; ausstehen ; ertragen | |
🔗 Hij heeft in ieder geval voldoende water en voedsel om het een paar dagen te kunnen uithouden. | ||
(houden; voeren; huldigen) | ; aufhalten ; verhalten | |
🔗 Ik hield hem stevig vast. | ||
(doorzetten; het uithouden; volharden) | ausdauern ; aushalten ; beharren ; ; verharren | |
🔗 Hij moest het nog een half jaar volhouden. | ||
(doorstaan; dulden; uithouden; uitstaan; verdragen) | aushalten ; ausstehen ; ertragen | |
🔗 Ik begrijp niet hoe hij ’t volhoudt! | ||
(onthalen; trakteren; vergasten) | bewirten ; regalieren ; | |
waterhoudend (waterig) | Wasser‐ ; wasserartig ; wässerig ; wäßrig | |
(afhouden; onthouden; onttrekken) | ; aufhalten ; enthalten ; zurückhalten |