Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes kiezen
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
(stemmen; verkiezen) | ballotieren ; ; ; seine Stimme abgeben | |
(uitkiezen; uitlezen; uitpikken; uitzoeken; verkiezen) | ; auswählen ; erwählen ; aussuchen ; auserwählen ; eine Auswahl treffen | |
🔗 Hij koos vijf paarden. | ||
🔗 Maar de wijsheid verbiedt ons partij te kiezen | ||
(uitverkoren) | gewählt ; ausgewählt ; ausgesucht ; erlesen ; auserlesen | |
(verkiesbaar) | wählbar | |
Wahlkreis ; Wahlbezirk | ||
🔗 In zijn eigen kiesdistrict heeft hij niet de meeste stemmen gekregen. | ||
(fijngevoeligheid; teergevoeligheid) | ; Fingerspitzengefühl ; | |
🔗 Pardero reageerde niet en uit kiesheid vermeed Kolodin het om verder te vragen. | ||
(delicaatheid; fijnheid; teerheid; zachtheid) | ; ; Delikatesse ; Heikle ; heikler Charakter | |
wählerisch | ||
Wahlrecht | ||
Wähler ; Wahlmann | ||
🔗 Hij kreeg de steun van 51 procent van de kiezers. | ||
(kiezen; uitlezen; uitpikken; uitzoeken; verkiezen) | ; auswählen ; erwählen ; aussuchen ; auserwählen ; eine Auswahl treffen | |
🔗 Hij koos mij uit. |