Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes rijzen
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
(opgaan; oprijzen; opstijgen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | aufgehen ; ; ; | |
(opgaan; opstijgen; stijgen; omhooggaan) | ; ersteigen ; heraufgehen ; ; hinaufsteigen | |
(opzwellen; zwellen) | ; strotzen | ŝveli |
(stijgen) | höher werden ; sich erhöhen ; | |
🔗 Hij wees op de gestalte van burgemeester Dickerdack, die gebogen naderde in het licht van de rijzende zon. | ||
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | aufgehen ; ; ; | |
🔗 Heer Bommel rees verslagen en druipend uit zijn stoel omhoog. | ||
(opgaan; opstijgen; rijzen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | aufgehen ; ; ; | |
🔗 Boven hem rezen de muren tot een hoogte van een meter op tien op. | ||
(groot; lang) | hoch gewachsen ; von großer Statur | |
🔗 Arus zag een rijzige, krachtig gebouwde jongeman, slechts gekleed in een lendendoek en sandalen die hoog boven zijn enkels met riemen waren vastgegespt. | ||
(lang) | hoch gewachsen | |
🔗 Isaac beloofde het kreunend en aanvaardde zijn tocht, begeleid door twee rijzige bendeleden, die zowel gids als bewaker waren. |