Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes schieten
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
sich körnen | ||
(vuren) | ; | |
🔗 Toen was hij klaar om te schieten. | ||
sich werfen ; sich stürzen | ||
schießen | kiki | |
🔗 Els schoot vervolgens meteen de bal in het doel—0–3. | ||
herausplatzen | ||
🔗 De jongens schoten in de lach. | ||
in het zaad schieten (zaadschieten) | sich körnen | |
(ontladen) | entladen | |
🔗 Sommigen draaiden zich onder het lopen om en schoten hun musketten af. | ||
(afvuren; lossen; afsteken) | ; | |
🔗 Mijn hart zal zijn alls een rots van graniet, waarop de pijlen die ze op me afschiet, zullen afketsen. | ||
Bogenschießen | ||
🔗 Wat er volgde, boogschieten, gevechten van honden tegen stieren en andere volksvermaken, was meer bedoeld voor vermaak van de lagere klassen. | ||
(fusilleren) | ||
🔗 Waarom zou ik jou niet doodschieten? | ||
(artillerie) | Artillerie | |
🔗 De Boeren brengen meer en zwaarder geschut in stelling bij Colenso en Ladysmith. | ||
Tontaubenschießen | ||
(vooruitgaan; vorderen) | fortschreiten ; Fortschritt machen ; vorschreiten | |
🔗 We schoten slecht op. | ||
Schießscharte | embrazuro | |
🔗 Hij ging naar een van de schietgaten en spreidde het vergeelde stuk perkament plat uit op een steen. | ||
(schijf) | Zielscheibe | |
🔗 Er werd een schietschijf neergezet aan het eind van de zuidelijke toegang tot het strijdperk. | ||
Aerophor ; Sauerstoffapparat | ||
🔗 Bezorgd dacht hij aan de schietstoel en de nooduitrusting daarin. | ||
schootsafstand (draagwijdte; dracht) | ||
(draagwijdte; schootsafstand; vuurlijn; vuurlinie; dracht) | ||
🔗 Wilt u het schootsveld bekijken? | ||
(aansnellen; toelopen; toesnellen; komen aanhollen; komen aanrennen) | hinzulaufen ; herbeilaufen ; heranlaufen | |
(uitspruiten) | knospen ; sprießen | |
(ontglippen) | fortgleiten ; davongleiten | |
(verkleuren) | entfärben ; die Farbe verlieren ; verschießen | |
; hinfallen | ||
(tanen; verbleken) | erblassen ; verblassen | paliĝi |
borgen ; |