Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes vouwen
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
(omvouwen; plooien) | ; zusammenlegen | |
🔗 Doch nu vouwde hij het blad in elkaar en legde het weg. | ||
(opvouwen; toevouwen) | ||
🔗 Poirot vouwde de brief dicht en stak hem in zijn zak. | ||
(vouwen) | ; zusammenlegen | |
(openvouwen) | entfalten ; ausbreiten ; aufschlagen ; aufkrempeln ; | |
🔗 Tom Poes ontvouwde de landkaart en bestudeerde die zorgvuldig. | ||
(uitspreiden) | betten ; | |
(ontvouwen) | entfalten ; ausbreiten ; aufschlagen ; aufkrempeln ; | |
🔗 Tom Poes mompelde iets en vouwde het papier moeizaam open. | ||
(dichtvouwen; toevouwen) | ||
🔗 Hij vouwde het papier op en knikte peinzend. | ||
(dichtvouwen; opvouwen) | ||
entfalten ; ausbreiten ; aufschlagen ; aufkrempeln ; | ||
vouw (plooi) | Falte | |
vouwbaar (opvouwbaar) | faltbar ; zusammenlegbar ; zusammenklappbar ; Falt‐ ; Klapp‐ | |
(folder) | ; | |
🔗 Hier is een vouwblad, dat ik van de burgemeester gekregen heb. | ||
Klapprad ; Faltrad | faldbiciklo |