Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord broadcast talk
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(transmit) | disaŭdigi | |
(airing; transmission) | ||
(transmit; be on the air) | ; | dissendi |
(speech; discourse; talking; speaking) | ||
(causerie) | kozerio | |
(speak) | ; | |
🔗 Who are you talking to? |
Engels | Nederlands |
---|---|
broadcast talk | ⇆ radiopraatje |
broadcast | ⇆ met de hand gezaaid; ⇆ op ruime schaal verspreiden; ⇆ radioprogramma; ⇆ radiorede; ⇆ radio‐; ⇆ radio‐uitzending; ⇆ uit de hand zaaien; ⇆ uitgezonden; ⇆ uitzenden; ⇆ uitzending; ⇆ voor de radio optreden; ⇆ voor de televisie optreden; ⇆ wijd verspreid |
talk | ⇆ bespreking; ⇆ causerie; ⇆ conversatie; ⇆ discussie; ⇆ gepraat; ⇆ geroddel; ⇆ gesprek; ⇆ het hebben over; ⇆ kout; ⇆ kouten; ⇆ onderhoud; ⇆ praat; ⇆ praatje; ⇆ praats; ⇆ praten; ⇆ redekavelen; ⇆ roddelen; ⇆ smoezen; ⇆ spreken; ⇆ spreken over; ⇆ toespraak |