Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord domesticity
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aboriginal; internal) | ; | |
🔗 Most of Australia’s apple production is for domestic consumption. | ||
(household) | ||
(home) |
Engels | Nederlands |
---|---|
domesticity | ⇆ huiselijkheid; ⇆ huiselijk leven |
domestic | ⇆ bediende; ⇆ binnenlands; ⇆ dienstbode; ⇆ dienstknecht; ⇆ gedienstige; ⇆ huisbediende; ⇆ huiselijk; ⇆ huishoudelijk; ⇆ huislijk; ⇆ huis‐; ⇆ inlands; ⇆ tam |
domesticities | ⇆ huishoudelijke zaken |