Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord frostbite
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
frostbite | door bevriezing veroorzaakte wond | |
; | ||
🔗 It might bite him. | ||
; ; | ||
(mordant; stain; wood‐dye; wood‐stain) | ||
(bite at; rise; rise to the bait; take; take the bait) | allogaĵmordi | |
(rise to the bait; take the bait; rise; take) | ; | ekmordi |
(freezing cold) | ||
🔗 Winter buds are protected from frost by sticky resin that melts in the spring, allowing shoots to emerge above horseshoe‐shaped leaf scars. |
Engels | Nederlands |
---|---|
frostbite | ⇆ bevriezing |
bite | ⇆ aanbijten; ⇆ beet; ⇆ bijten; ⇆ bijten in; ⇆ bijten op; ⇆ eten; ⇆ grip krijgen; ⇆ hap; ⇆ hapje; ⇆ happen; ⇆ happen in; ⇆ iets bijtends; ⇆ iets pikants; ⇆ inbijten; ⇆ knauw; ⇆ pakken; ⇆ snerpen; ⇆ toebijten; ⇆ toehappen; ⇆ zich doen voelen |
frost | ⇆ glaceren; ⇆ mat maken; ⇆ matteren; ⇆ met rijp bedekken; ⇆ rijm; ⇆ rijp; ⇆ scherp zetten; ⇆ vorst; ⇆ vrieskou |
frost‐bitten | ⇆ bevroren |