Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord hit the panic button
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
button | ||
(push‐button) | ; | |
button (knob; stud) | ||
panic |
Engels | Nederlands |
---|---|
hit the panic button | ⇆ in paniek raken |
button | ⇆ button; ⇆ dichtgaan; ⇆ dop; ⇆ knoop; ⇆ knop; ⇆ knopen; ⇆ knopen aanzetten; ⇆ met een knoop vastmaken; ⇆ speldje; ⇆ toeknopen; ⇆ vastknopen |
panic | ⇆ in paniek brengen; ⇆ in paniek raken; ⇆ paniek; ⇆ panikeren; ⇆ panisch |