Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord instructed
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(teach) | ; | |
(brief) | ||
🔗 Now I must instruct you. | ||
(entrust; assign; charge; appoint; authorize; commission) | opdracht geven ; | |
instruct (notify; summon) | ordoni skribe |
Engels | Nederlands |
---|---|
instruct | ⇆ aanschrijven; ⇆ gelasten; ⇆ instructie geven; ⇆ instrueren; ⇆ last geven; ⇆ lesgeven; ⇆ onderrichten; ⇆ onderwijzen; ⇆ opdracht geven; ⇆ opdragen |