Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord insufficiency
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
insufficient (inadequate; meagre; poor; scarce; short) | ; | nesufiĉa |
Engels | Nederlands |
---|---|
insufficiency | ⇆ gebrek; ⇆ ongenoegzaamheid; ⇆ ontoereikendheid |
insufficient | ⇆ ongenoegzaam; ⇆ ontoereikend; ⇆ onvoldoend; ⇆ onvoldoende |
sufficiency | ⇆ genoeg om van te leven; ⇆ genoegzaamheid; ⇆ voldoend aantal; ⇆ voldoende hoeveelheid; ⇆ voldoende voorraad |