Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord marriage vow

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
marriage
(matrimony; wedlock)
; ;
marriage
(matrimony; wedlock)
; ;
(matrimony; wedlock); ;
🔗 Did Edwards know about the payments, and was their purpose political, or were they simply intended to keep the peace within Edwards’ marriage?
marriage
marriage
(wedding)
marriage
(wedding)
; ;
(pledge)
plechtig beloven
voti
(pledge)
een verplichting aangaan
;
(swear; pledge; take an oath; affirm)
(oath; pledge)
vow

EngelsNederlands
marriage vow huwelijksgelofte
marriage echt; echtverbintenis; echtvereniging; hijlik; huwelijk; trouw; trouwerij
vow beloven; eed; een gelofte doen; gelofte; toewijden; verzekeren; wijden; zweren