Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord pupil

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
pupil (scholar; schoolboy; schoolchild; student)	scholier	lernejano
pupil (charge; ward)	pupil	zorgato
pupil (learner; trainee)	leerling	lernanto
pupil	pupil	pupilo

Engels	Nederlands
pupil	⇆ kwekeling; ⇆ kwekelinge; ⇆ leerling; ⇆ pupil; ⇆ scholier
pupil teacher	⇆ kwekeling; ⇆ kwekelinge
ex‐pupil	⇆ oud‐leerling; ⇆ oud‐leerlinge
pupilage	⇆ leertijd
pupilary	⇆ leerlingen‐; ⇆ pupillen‐