Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord shipbuilder

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
shipbuilder (shipwright)	scheepsbouwer	ŝipkonstruisto
builder (building contractor; contractor; master builder)	aannemer	konstruentreprenisto
builder	bouwer ; bouwvakker	konstruisto
ship (dispatch; send off; consign; forward)	afzenden ; expediëren ; verzenden	ekspedi
🔗 Last year, the US accused North Korea of covertly shipping artillery shells to Russia.
ship (vessel)	schip	ŝipo
🔗 It has few working ships, a result of budget cuts by the ruling African National Congress (ANC).

Engels	Nederlands
shipbuilder	⇆ scheepsbouwmeester
builder	⇆ aanlegger; ⇆ aannemer; ⇆ bouwer; ⇆ bouwmeester; ⇆ bouwvakarbeider; ⇆ bouwvakker
ship	⇆ aan boord nemen; ⇆ afschepen; ⇆ afzenden; ⇆ bodem; ⇆ expediëren; ⇆ inladen; ⇆ innemen; ⇆ inschepen; ⇆ per schip verzenden; ⇆ schip; ⇆ transporteren; ⇆ verladen; ⇆ verschepen; ⇆ verzenden