Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord sparkle with

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
sparkle
(glitter)
;
(glimmer; glisten; lambent);
(spark);
(foam; froth)
ŝaŭmi

EngelsNederlands
sparkle with tintelen van
sparkle fonkelen; geflonker; gefonkel; glans; glinsteren; glinstering; mousseren; parelen; pareling; schitteren; schittering; sprank; sprankelen; sprankje; tintelen; twinkelen; vonk; vonken; vonken schieten; vonkje; zinderen