Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord store‐ship

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
ship (dispatch; send off; consign; forward)	afzenden ; expediëren ; verzenden	ekspedi
🔗 Last year, the US accused North Korea of covertly shipping artillery shells to Russia.
ship (vessel)	schip	ŝipo
🔗 It has few working ships, a result of budget cuts by the ruling African National Congress (ANC).
store (boutique; shop)	winkel	butiko
store	opslaan	provizi sin je
store (shop; mart)	zaak	vendejo
store	opslaan	enmagazenigi
store (stock)	opslaan	stoki
🔗 Today, electrical energy generated by various methods is still difficult to store efficiently.
store (deposit; file; lodge; bank)	afgeven ; deponeren ; in bewaring geven	deponi
store (warehouse)	magazijn	magazeno
store (pantry; storehouse; storeroom)	magazijn	provizejo
store (supply; resource; stock; administration; arrival)	provisie ; voorziening	provizo
store (stack; warehouse; stash)	opslaan	stapli
store (warehouse)	depot ; veem	staplo
store (depository; storage; storehouse; warehouse; barn)	bergplaats ; schuur	tenejo
store (conserve; keep; maintain; preserve; cache; save)	bewaren	konservi
store (boxroom; storage room; cache)	opslagplaats	konservejo
store	opslagplaats ; stapelplaats	staplejo

Engels	Nederlands
store‐ship	⇆ proviandschip
ship	⇆ aan boord nemen; ⇆ afschepen; ⇆ afzenden; ⇆ bodem; ⇆ expediëren; ⇆ inladen; ⇆ innemen; ⇆ inschepen; ⇆ per schip verzenden; ⇆ schip; ⇆ transporteren; ⇆ verladen; ⇆ verschepen; ⇆ verzenden
store	⇆ accumuleren; ⇆ ammunitie; ⇆ bergen; ⇆ bewaren; ⇆ binnenhalen; ⇆ inslaan; ⇆ kelderen; ⇆ magazijn; ⇆ opbergen; ⇆ opdoen; ⇆ opslaan; ⇆ opslagplaats; ⇆ stapelplaats; ⇆ uitrusting; ⇆ verzamelen; ⇆ voorraad; ⇆ voorzien; ⇆ warenhuis; ⇆ winkel