Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord sufficiency

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
self‐sufficiency
(autarchy)
;
zelfvoorziening

EngelsNederlands
sufficiency genoeg om van te leven; genoegzaamheid; voldoend aantal; voldoende hoeveelheid; voldoende voorraad
insufficiency gebrek; ongenoegzaamheid; ontoereikendheid
self‐sufficiency autarkie; zelfgenoegzaamheid; zelfstandigheid