Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord ticket‐holder

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
holder
(socket; sheath)
holder
(owner)
;
(bill);
ticket
; ; ;
ticket
;
ticket

EngelsNederlands
ticket‐holder <houder van een biljet>
holder aandeelhouder; aanpakkertje; aanvattertje; bekleder; bezitter; etui; glaasje; handgreep; houder; pannelap; pijpje; reservoir; titularis
ticket bekeuring; biljet; bon; entreebiljet; entreekaartje; kaart; kaartje; kandidatenlijst; lot; passagebiljet; plaatsbewijs; plaatskaart; prijzen; reisbiljet; reçu; ticket; toegangsbewijs; van een kaartje voorzien; vervoerbewijs; vervoersbewijs