Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord visa

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
🔗 He plans on going to Portugal, where he has been granted a visa.
🔗 Nepali men who want to join the Russian army first travel to Russia on a tourist visa.

EngelsNederlands
visa viseren; visum; voor gezien tekenen
exit visa uitreisvisum
tourist visa toeristenvisum
visa requirement visumplicht