Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord worst
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
slechtst | plej malbona | |
🔗 Saturday was the worst day for the Trump presidency. | ||
be worsted (go to the wall; have the worse; get the worst of it; be beaten; be defeated; lose) | ||
get the worst of it (go to the wall; be worsted; have the worse; be beaten; be defeated; lose) | ||
(false; fake; mock; spurious; bogus) | ||
(miserable; nasty; poor; wrong) | ; ; ; | |
🔗 We have always said that we are preparing for the worst, hoping for the best. | ||
(disgusting) | ||
(strict; austere; hard; harsh; sharp; stern; tough; severe) | ; ; ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
at the worst | ⇆ op zijn ergst |
at worst | ⇆ op zijn ergst |
be worsted | ⇆ het afleggen; ⇆ het onderspit delven; ⇆ onderliggen |
get the worst of it | ⇆ aan het kortste eind trekken; ⇆ het afleggen; ⇆ het loodje leggen; ⇆ het onderspit delven |
have the worst of it | ⇆ het afleggen |
bad | ⇆ bedorven; ⇆ boos; ⇆ erg; ⇆ ernstig; ⇆ gemeen; ⇆ kwaad; ⇆ kwalijk; ⇆ naar; ⇆ nagemaakt; ⇆ ondeugdelijk; ⇆ ondeugend; ⇆ ongedekt; ⇆ oninbaar; ⇆ rot; ⇆ slecht; ⇆ vals; ⇆ verkeerd; ⇆ vies; ⇆ vilein; ⇆ ziek; ⇆ zwaar |