Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord … aanvoelen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(gevoelen; voelen) | ||
🔗 Wij willen iedereen begrijpen en aanvoelen. | ||
… aanvoelen | feel … ; be … to the feel ; be … to the touch ; have a … feel | esti … laŭtuŝe |
(betasten; bevoelen; tasten; frutselen; morrelen aan) | ||
🔗 Rustig begon ze mij af te trekken, en mijn handen gingen naar haar borsten en ik begon wat te voelen. | ||
(aanvoelen; gevoelen; gewaarworden) | ; | |
; | ||
🔗 Er kwam rook in Bilbo’s ogen en hij kon de hitte van de vlammen voelen. | ||
🔗 Ze voelde angst noch paniek, alleen maar een enorme nieuwsgierigheid en een vage ergernis. |
Nederlands | Engels |
---|---|
aanvoelen | ⇆ appreciate; ⇆ appreciation; ⇆ feel |
… aanvoelen | ⇆ be … to the touch; ⇆ feel …; ⇆ be … to the feel; ⇆ have a … feel |
elkaar goed aanvoelen | ⇆ be well attuned to each other |
voelen | ⇆ feel; ⇆ fumble; ⇆ poke; ⇆ be sensible of; ⇆ sense; ⇆ be alive to |