Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord Engelstalig

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
Anglophone
anglaparola
🔗 Spreekt u Engels?
🔗 Het gaat om uw eer als Engels gentleman?

NederlandsEngels
Engelstalig English‐language; English‐speaking
Engels Anglo‐Saxon; English; blighty; Sassenach