Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord aanwezigheid

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(bijzijn; presentie; tegenwoordigheid);
attendance
🔗 Zeewater verschilt van zuiver water om te beginnen door de aanwezigheid van zout dat in het water is opgelost.
(present; tegenwoordig)
🔗 We overtuigden ons dat er geen leven meer aanwezig was.

NederlandsEngels
aanwezigheid attendance; availability; existence; presence
aanwezig attendant; available; existent; extant; forthcoming; in; present