Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord betekenisleer
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(semantiek) | ||
(belang; belangrijkheid; gewicht) | ; significance ; ; | |
🔗 Hun betekenis voor Europa is gering. | ||
(zin) | ; | |
(zin; strekking) | ||
🔗 Ook kan een en hetzelfde werkwoord in zeer verschillende betekenissen gebruikt worden. | ||
(doctrine; geloofsleer) | doctrine ; tenet | |
🔗 Dat zijn allemaal ketters en hun leer is vals! | ||
(leder) | ||
🔗 Voor het altaar lagen twee zakken van oud leer. |
Nederlands | Engels |
---|---|
betekenisleer | ⇆ semantics; ⇆ semasiology |
betekenis | ⇆ bearing; ⇆ consequence; ⇆ import; ⇆ importance; ⇆ imports; ⇆ meaning; ⇆ note; ⇆ purport; ⇆ relevance; ⇆ relevancy; ⇆ sense; ⇆ significance; ⇆ signification; ⇆ acceptation; ⇆ pregnancy |
leer | ⇆ apprenticeship; ⇆ doctrine; ⇆ ism; ⇆ leather; ⇆ teaching; ⇆ teachings; ⇆ tenet; ⇆ ladder; ⇆ theory |