Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord bevoegd

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
bevoegd	able ; authorized ; qualified	kvalifikita
bevoegd (competent; vakkundig)	able ; competent	kompetenta
bevoegdheid (kwalificatie)	qualification ; eligibility	kvalifiko
bevoegdheid (machtiging; volmacht)	authorization ; empowerment	rajtigo
🔗 En wie heeft u deze bevoegdheid gegeven?
onbevoegd (incompetent)	incompetent	nekompetenta

Nederlands	Engels
bevoegd	⇆ able; ⇆ appropriate; ⇆ authorized; ⇆ competent; ⇆ eligible; ⇆ entitled; ⇆ qualified
bevoegd om	⇆ qualified to; ⇆ having power to
de bevoegde instanties	⇆ the appropriate authorities
van bevoegde zijde	⇆ from an authorative source; ⇆ on good authority
bevoegdheid	⇆ ability; ⇆ competence; ⇆ competency; ⇆ eligibility; ⇆ faculty; ⇆ power; ⇆ qualification; ⇆ reference; ⇆ remit
onbevoegd	⇆ incapable; ⇆ incompetent; ⇆ unauthorized; ⇆ unlicensed; ⇆ unqualified