Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord bezoekster

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
caller
;
🔗 Nu verloren de bezoekers hun bezinning.
🔗 Nu begreep de bezoeker welke fout hij gemaakt had.

NederlandsEngels
bezoeker caller; comer; frequenter; goer; guest; visitant; visitor

Het woord bezoekster kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.