Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord bluffend
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
🔗 Maar ik begin langzamerhand het idee te krijgen dat je niets doet dan bluffen. | ||
(ophakken; opscheppen; pochen; snoeven; snorken; stoffen; grootspreken; opsnijden) | ; |
Nederlands | Engels |
---|---|
bluffend | ⇆ boastful; ⇆ boastingly; ⇆ vainglorious |
bluffen | ⇆ bluff; ⇆ boast; ⇆ brag; ⇆ crack; ⇆ swank |