Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord bruid

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
bruid	bride	fianĉino
bruid (jonggehuwde)	bride	novedzino
🔗 En waar is de bruid?
bruidegom	fiancé	fianĉo
🔗 Ben je soms vergeten dat we dit meisje naar haar bruidegom moeten brengen?
bruidegom (bruigom)	bridegroom	novedzo
bruidsbed	bridal bed	edziĝa lito
bruidsgeschenk	wedding gift	edziĝa donaco
bruidsjapon (bruidsjurk; trouwjapon)	bridal gown	edziniĝa robo
bruidsjurk (bruidsjapon; trouwjapon)	bridal gown	edziniĝa robo
bruidsmeisje	bridesmaid	honora fraŭlino
bruidspaar	bride and groom	gefianĉoj
bruidspaar (bruid en bruidegom; jonggehuwden)	bride and groom ; bride and groom	novgeedzoj
bruidsschat (huwelijksgift)	dowry	doto
bruidssluier (pluimgipskruid)	common gypsophila	panikla gipsofilo

Nederlands	Engels
bruid	⇆ bride
bruidegom	⇆ bridegroom; ⇆ groom
bruidsbed	⇆ bridal bed; ⇆ nuptial couch
bruidsboeket	⇆ wedding‐bouquet
bruidsdagen	⇆ bridal days
bruidsjapon	⇆ wedding dress; ⇆ bridal gown
bruidsjonker	⇆ best man; ⇆ page‐boy; ⇆ paranymph; ⇆ bride’s page
bruidsjurk	⇆ bridal gown; ⇆ wedding dress
bruidsmeisje	⇆ bridesmaid
bruidsnacht	⇆ wedding night
bruidspaar	⇆ bride and groom; ⇆ bride and bridegroom; ⇆ newly‐married couple
bruidsschat	⇆ dot; ⇆ dower; ⇆ dowry; ⇆ marriage portion
bruidssluier	⇆ common gypsophila; ⇆ wedding‐veil
bruidsstoet	⇆ wedding‐procession
bruidstooi	⇆ bridal array; ⇆ bridal attire; ⇆ bride’s dress and jewellery