Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord café

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(koffiehuis);
🔗 De barkeeper sloot zwijgend de deur van het café.
pub
🔗 Het was tien over twee toen hij eindelijk een café binnenstapte dat de hele nacht open bleef.
pub‐keeper
🔗 De tengere caféhouder nipte aan zijn glas.

NederlandsEngels
café café; caff; coffee‐house; pub; public house
café chantant cabaret
café met vergunning licensed pub; licensed public house
baancafé road‐house
buurtcafé local
caféhouder publican; café proprietor; public‐house keeper
stamcafé regular café; favourite pub; habitual haunt; hangout; haunt